Kan een brandblusser Li-ion-accu’s blussen? Laat het testen conform NTA 8133+A1

Lithium-ion accu’s zijn niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven, ze worden onder meer gebruikt in smartphones, laptops, elektrische fietsen en gereedschappen. Maar bij brand zijn ze lastig te blussen met reguliere middelen. De NTA 8133+A1 biedt een gestandaardiseerde testmethode om de effectiviteit van li-ion-brandblussers te beoordelen. Kiwa-expert Jørgen Dohmen legt uit hoe deze test werkt en waarom die steeds belangrijker wordt.

Wat houdt de NTA 8133-test in?

‘Bij Kiwa FSS Certification voeren we deze test al enkele jaren uit, inmiddels zo’n twaalf keer per jaar. De Nederlandse Technische Afspraak (NTA) 8133 is specifiek ontwikkeld om te beoordelen of een draagbaar blustoestel, met een maximale inhoud van 9 liter, in staat is om het verbrandingsproces van een lithium-brand effectief te stoppen. Sinds januari is daar de aanvulling A1 aan toegevoegd. Deze uitbreiding is belangrijk omdat er nu meer eenduidigheid is over welke batterijen in de test gebruikt moeten worden.’

Waarom is deze test zo belangrijk?

‘In vrijwel elk huishouden zijn tegenwoordig apparaten met oplaadbare lithium-ion batterijen te vinden: smartphones, laptops, tablets, speelgoed en meer. Mocht zo’n accu vlam vatten, dan is een gewone brandblusser niet voldoende. Lithium-branden verlopen namelijk anders dan gewone branden, met vaste stoffen, vloeistoffen of gassen. Branden met li-ion-accu’s zijn heftiger en kunnen spontaan weer ontbranden, zelfs nadat ze geblust zijn. Juist daarom is het van belang dat een brandblusser getest is volgens de NTA 8133+A1.’

Hoe verloopt een test conform de NTA 8133+A1?

‘Tijdens de test hangen lithiumcellen in een metalen opstelling boven de grond. Dat is een bewuste keuze, want dit maakt het blussen uitdagender. De testopstelling heeft een vermogen van 600Wh en bestaat uit zes sets van vier pouchcellen. De derde set wordt bewust overladen en moet tussen minuut 7 en 9 vlam vatten. Bij het eerste vlamverschijnsel mag de bluspoging starten. De operator krijgt hiervoor drie minuten. Daarna volgt een observatieperiode van 20 minuten waarin geen herontsteking mag optreden. Korte vlammetjes (korter dan 5 seconden) die vanzelf doven, zijn wel toegestaan. Wordt deze test tweemaal succesvol doorlopen, dan is de blusser goedgekeurd. In totaal zijn maximaal drie pogingen toegestaan.’ 

Is zo’n blusser voor iedereen te gebruiken?

‘Ja, iedereen kan in principe een goedgekeurde lithium-brandblusser hanteren. Zoals bij elke brand moet je wel eerst inschatten of het veilig is om zelf te blussen. Bij lithium-branden komen schadelijke stoffen vrij, dus vooral in kleine of afgesloten ruimtes moet je goed nadenken of het verstandig is om in te grijpen.’

Hoe herken je een goedgekeurde blusser?

‘Een brandblusser die met goed gevolg is getest volgens de NTA 8133+A1 heeft een duidelijk zichtbaar etiket met een unieke markering. Op dit etiket staat een testnummer dat verwijst naar de uitgevoerde test. Op de website van Kiwa is een overzicht te vinden van alle blussers die succesvol zijn getest.

Voor een actueel overzicht van de NTA 8133 goedgekeurde lithium brandblussers klik hier: overzicht van geteste (en goedgekeurde) blussers.

Welke actuele ontwikkelingen zijn er? Wat kunnen we nog verwachten op het gebied van lithium-brandblussers en regelgeving?

‘Kiwa volgt de ontwikkelingen op dit gebied natuurlijk op de voet, onder meer via deelname aan normcommissies en samenwerking met de markt. Op dit moment wordt gewerkt aan een Europese norm: de EN3-11. Deze lijkt sterk op de NTA 8133, maar bevat nog niet de aanvullingen uit A1. Kiwa pleit ervoor om die alsnog op te nemen, zodat ook andere testlaboratoria in Europa dezelfde strenge criteria hanteren. Daarnaast zien we dat steeds meer fabrikanten brandblussers laten testen die geen PFAS-houdend schuim meer bevatten. Die beweging sluit aan bij de bredere PFAS-transitie. Europese regelgeving hierover laat nog op zich wachten, maar de verwachting is dat het verbod op PFAS-chemicaliën de komende jaren verder vorm krijgt.’